Jeugdzorg in cijfers

Met de meeste kinderen en jongeren in Nederland gaat het goed. Een klein deel van de jeugd in Nederland, zo’n 12%, heeft echter hulp of ondersteuning nodig. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verzamelt alle cijfers omtrent jeugdhulp en brengt deze zowel landelijk als lokaal in beeld. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de website waarstaatjegemeente.nl gemaakt, waar cijfers over een gemeente vergeleken kunnen worden met het landelijk gemiddelde of specifieke groepen van gemeenten, bijvoorbeeld naar regio of grootte van de gemeente.

Landelijk schommelt het percentage van kinderen tot 18 jaar die een vorm van jeugdhulp ontvangen de afgelopen jaren tussen de 10 en 13 %. Lokaal en regionaal kan dit hoger of lager zijn. In 2020 ging het landelijk om bijna 436.000 kinderen, dat komt neer op 12,5 % van alle kinderen onder de 18 jaar. Verhoudingsgewijs ontvangen kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar de meeste ondersteuning, op de voet gevolgd door kinderen van 12 tot 18 jaar. In de jeugdzorg werken circa 32.000 medewerkers.

Ambulante jeugdhulp en jeugdhulp met verblijf
In het overgrote deel van de gevallen gaat het om ambulante jeugdhulp: deze hulp wordt thuis, op school, bij de sportclub of op de kinderopvang geboden. In 2020 ontvingen bijna 358.000 kinderen ambulante jeugdhulp (in CBS-terminologie: ‘jeugdhulp zonder verblijf’), dat is 82 % van alle kinderen die jeugdhulp ontvingen. Van de ongeveer 42.500 kinderen die in 2020 jeugdhulp met verblijf ontvingen, verbleef de helft in een pleeggezin. Bijna 49.000 kinderen werden in 2020 begeleid door een Gecertificeerde Instelling: in ruim 80 % van de gevallen betreft dit een kinderbeschermingsmaatregel (jeugdbescherming) en in minder dan 20 % gaat het om jeugdreclassering.

Pleegzorg
In 2021 waren er 17.548 pleeggezinnen, die zorgden voor de opvang van 22.748 pleegkinderen. Het aantal jeugdigen dat gebruik heeft gemaakt van pleegzorg is in 2021 licht afgenomen. Een tekort aan pleegouders is er in de volle breedte, maar vooral voor jeugdigen met ernstige emotionele-, hechtings- of gedragsproblemen, voor broers en zussen die bij voorkeur samen bij pleegouders worden geplaatst en voor intensievere vormen van deeltijdpleegzorg.

Nicolien van den Berg, bestuurslid pleegzorg van Jeugdzorg Nederland over hoe het kan dat minder pleegouders zich aanmelden: “Ook in de pleegzorg merkten we in 2021 het effect van de coronapandemie. De coronamaatregelen hebben veel invloed gehad op ons werk en zeker ook op de werving van nieuwe pleegouders. Voor belangstellenden die overwegen om pleegouder te worden, hebben de lockdowns en andere beperkingen, waaronder thuisonderwijs, een rol gespeeld. Nu alle beperkingen voorbij zijn, hopen we een inhaalslag te kunnen maken in de werving van nieuwe pleegouders want dat is heel hard nodig.”

Gesloten jeugdzorg: JeugdzorgPlus
Het aantal jongeren dat in 2021 in instellingen voor JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) is geplaatst, is met 14% gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Dat blijkt uit de jaarlijkse plaatsingsgegevens JeugdzorgPlus. Het aantal jongeren in de JeugdzorgPlus daalt al sinds 2017. De daling past bij het streven van Jeugdzorg Nederland en de andere jeugdbranches om gesloten plaatsingen zoveel mogelijk te voorkomen en beter te kijken naar alternatieven. Het uitgangspunt bij alle betrokken partijen is dat kinderen zo thuis mogelijk moeten kunnen opgroeien. Voor de veiligheid van jongeren en hun omgeving is het echter soms nodig om vrijheidsbeperkende maatregelen te treffen. Van de kinderen met jeugdhulp met verblijf betreft circa 5 % gesloten jeugdzorg.